Ik leer ander methode voor beelddenkers
Een beelddenker denkt vooral in beelden, in plaatjes, in filmpjes en dus niet in woorden en begrippen. Het woord beelddenken suggereert dat iemand uitsluitend in beelden denkt. Dat is niet waar. De groep mensen, waarover wij spreken, heeft een voorkeur om meer visueel (in beelden) én kinesthetisch (gevoelsmatig) te denken. En dat laatste wordt vaak over het hoofd gezien.
Men kan een voorkeur hebben om eerst visueel en daarna gevoelsmatig te denken, maar men kan ook een voorkeur hebben om eerst gevoelsmatig en daarna visueel te denken. Wij noemen dit een rechtsgeoriënteerde leerstijl. Een voorkeur om meer de rechter- dan de linkerhersenhelft te gebruiken.
Kinderen met leerproblemen zijn niet alleen sterk visueel (in beelden), maar ook sterk kinesthetisch (gevoelsmatig) ingesteld. Deze kinderen zijn erg gevoelig voor sfeer (in de klas, maar ook daarbuiten) en kunnen erg perfectionistisch zijn. Hierdoor kan het idee ontstaan dat ze ‘niet goed genoeg’ zijn en faalangst ontwikkelen. Kinderen die een voorkeur hebben voor het visueel denken zijn gebaat bij een top-down benadering, denken en leren vanuit het overzicht.
Lees verderDe huidige (cognitieve) onderwijsmethodes sluiten niet altijd aan bij alle leerlingen. Deze leerlingen hebben vaak een leerachterstand of men denkt aan dyslexie of dyscalculie. Er is ook overlap met diagnoses als ADD, ADHD, ASS, TOS of kenmerken van HSP (hoogsensitief). Ook slimme/hoogbegaafde leerlingen kunnen onvoldoendes halen als de lesstof niet aansluit bij hun manier van denken. Bijles of doubleren helpt niet of nauwelijks omdat dezelfde lesstof wordt herhaald. We horen dan ook regelmatig: “Het zit er wel in, maar komt er niet uit.” De training ‘Ik leer anders’ vertaalt de lesstof zodat leerlingen de lesstof wel kunnen begrijpen en onthouden.
Kenmerken van beelddenkers:
01
Beelddenkers zijn erg inventief, door hun manier van denken kunnen ze dingen snel doorzien en oplossen.
02
Beelddenkers zijn vaak ontzettend creatief.
03
Beelddenkers falen vaak bij eenvoudige zaken.
04
Beelddenkers hebben een zwakke concentratie, omdat zij alle geluiden om hen heen willen ‘zien’.
05
Beelddenkers hebben een laag werktempo, omdat ze steeds weer moeten vertalen, van taal naar beeld en van beeld naar taal.
06
Beelddenkers hebben een zwakke aandacht om te luisteren, lijkt vaak niet te luisteren.
07
Beelddenkers hebben vaak een zwak handschrift of moeite om tussen de lijnen te schrijven, nemen de pen heel hard vast en drukken heel hard op de pen bij het schrijven.
08
Beelddenkers houden van lego, puzzels, de computer, televisie en het maken van dingen.
09
Beelddenkers houden van kunst en/of muziek.
10
Beelddenkers hebben een zwak besef van tijd.
11
Beelddenkers voelen dingen heel goed aan, zijn sociaal en hebben een goed inlevingsvermogen.
12
Beelddenkers zijn (sfeer)gevoelig, hebben moeite met conflicten en kritiek.